De term ecosysteem wordt door het Oxford dictionary of zoology omschreven als: “Een natuurlijke omgeving dat bestaat uit levende en niet-levende onderdelen die samenwerken om een stabiel systeem te vormen. Fundamentele concepten bestaan uit de vloei van energie via voedselketens en voedselwebben, en de biochemische cyclus van voedingsstoffen. Ecosysteem principes kunnen worden toegepast op alle schalen – dus principes die kunnen worden toegepast op een kleine vijver, kunnen ook gelijkwaardig worden toegepast op meren, een oceaan of de gehele planeet.”
Dat is natuurlijk een behoorlijke wartaal als je nog nooit bezig geweest bent met de natuur. Dus niet heel gek dat veel mensen artikelen opzij schuiven wanneer zulke vaktermen worden gebruikt. Wij leggen het in Natuurfeitjes wat makkelijker uit.
Allereerst is het belangrijk om het verschil te kennen tussen levende, niet-levende en dode dingen. Levende dingen zijn bijvoorbeeld dieren en planten. Dode dingen hebben ooit wel geleefd, maar leven nu niet meer. Bijvoorbeeld een afgebroken tak van een boom of het karkas van een vogel. Niet-levende dingen zijn dingen die nooit een leven hebben gehad, zoals een baksteen.
Een ecosysteem is een natuurlijk gebied van een aangewezen grootte, bijvoorbeeld een vijver of een stuk bos. In dat aangewezen gebied leven planten, dieren, schimmels, bacteriën en virussen. Maar ook niet-levende dingen zoals zand, aarde of steen kun je vinden in zo’n gebied. Zo’n aangewezen gebied zou in een ideale situatie in perfecte balans zijn waarbij alle levende en dode dingen in een oneindige cyclus rondgaan en waarbij alle onderdelen elkaar aanvullen en zorgen dat ze blijven bestaan.
Daarom bestaat de voedingsketen waarbij een kever blaadjes of dode karkassen eet. Die kever wordt gegeten door een vogel, de vogel wordt gegeten door een vos en die vos wordt bij overlijden weer gegeten door de kever. In werkelijkheid is die cirkel natuurlijk véél groter met veel meer dieren en planten.
Die basisprincipes van de voedselketen en de perfecte balans waarbij alle onderdelen elkaar aanvullen en zorgen dat ze blijven bestaan, zijn basisprincipes die in elk ecosysteem (leefgebied) kan worden gebruikt. Of dat nou een oceaan is, een bos, een moeras of de tropische jungle: die regels gelden overal.
Daarom is het belangrijk om bij het ondersteunen van de biodiversiteit zoals we die in de vorige Natuurfeitjes hebben behandeld, ook de ecosystemen goed te bestuderen. Want een verstoorde balans kan heel veel schade toebrengen aan het ecosysteem. Als je de egel wilt ondersteunen, zul je ook moeten zorgen voor de insecten en de vogels.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.